De wortels van Parato Cellar zijn te vinden in Barcelona, in de buurt van Sants. In de 17e eeuw begon de familie Elias druiven te verbouwen op de helling van de berg Montjuïc. Daarnaast bezaten ze ook wijngaarden in ede vlakte van “La Marina de Sants”. Doordat de familie een eigen pers bezat, was het mogelijk zelf wijn te produceren en lokaal te verkopen. De Spaanse Burgeroorlog heeft deze traditie echter beëindigd. Het bedrijf werd ze afgenomen door de toenmalige leiders en de familie moest als gevolg daarvan vluchten.
Vlak na de burgeroorlog (1975) begon José Elías Andreu met de heropbouw van Parato Cellar. Als eerste kocht hij Can Campmany dat 36 hectare groot was. Parató heeft nu 94 hectare aan wijngaarden, verspreid over vier eigen bodegas; Can Campmany, Can Respall de Renardes, La Fanga en Camp Nou. Het bedrijf groeide zo snel uit liefde voor het prachtige landschap, de kwaliteit van de druiven en de drang om bijzondere wijnen te maken.
Inmiddels wordt het bedrijf geleid door de vier broers en zussen Elias Terns. Zij werken verder aan het domein onder het familiemoto: "De beste wijn en cava producten, exclusief van de beste druiven uit eigen wijngaard."
De wijnen zijn sinds 2014 allemaal biologisch gecertificeerd.